Blauwbaard

Uit nieuwsgierigheid en om mijn eigen naïviteit eens onder ogen te komen besloot ik Blauwbaard te schilderen. Het sprookje van Blauwbaard raakt namelijk zoveel thema’s. Het is maar met welke houding je luistert om te horen hoe gelaagd dit sprookje is. Blauwbaard staat wel symbool voor de klassieke psychopaat. Maar je kunt het ook zien als het afgesneden donkere deel in de mens zelf. De tegenstroom die tegen ontwikkeling en harmonie is. Of Blauwbaard nu vertegenwoordigd word door een persoon, een systeem of een bepaald gedachtegoed. Hij ontvreemd je van je creatieve energie. En je blijft vaak bleek en verbaasd achter over wat er is gebeurd, terwijl de blauwbaard in kwestie er blozender en energieker op is geworden. Een Blauwbaard oefent vaak een magnetische aantrekkingskracht uit op zijn omgeving en is uiterlijk zeer charmant. Maar in werkelijkheid is hij uit op macht. En vroeg of laat geeft Blauwbaard een aanwijzing......het sleuteltje van de verboden kamer.
Maar eerst eens het sprookje zelf.
In 1697 nam de Franse schrijver Charles Perrault het verhaal op in zijn verzameling. Hij liet zich inspireren door oude volksverhalen. De cantadora (vertelster) Clarissa Pinkola Estes, begint het beroemde sprookje op de volgende manier.
Er is een stuk baard dat in het klooster van de cisterciënzer nonnen in de verre bergen word bewaard. Hoe het in het klooster terecht is gekomen weet niemand. Sommigen beweren dat de het de nonnen waren die wat er van zijn lichaam over was hebben begraven, omdat niemand anders het wilde aanraken. Waarom de nonnen zo’n overblijfsel bewaren is niet bekend, maar het is waar. De vriendin van mijn vriendin heeft het met haar eigen ogen gezien. Ze zegt dat de baard blauw is, met de kleur van indigo om precies te zijn. Het is zo blauw als het donkere ijs op het meer, zo blauw als de schaduw van een kuil bij nacht. Deze baard werd ooit gedragen door iemand van wie men zegt dat hij  een reusachtige kerel was die oog had voor vrouwen, een man die bekend stond als blauwbaard. Men zegt dat hij drie zusjes tegelijk het hof maakte. Maar ze waren bang voor zijn baard met zijn vreemde blauwe kleur, en dus aarzelden ze toen hij op bezoek kwam om hen uit te nodigen voor een middag vermaak in het bos. Maar Blauwbaard overtuigde hen met zijn charme en vriendelijkheid. En onderhield hen die middag met verhalen en verrukkelijke hapjes. Het jongste zusje dacht dat als een man zo charmant kon zijn, hij misschien toch niet zo beroerd was. Hoe meer ze zo tegen zichzelf praatte, hoe minder afschuwelijk hij leek, en hoe minder blauw ook zijn baard. Dus toen blauwbaard haar ten huwelijk vroeg en ze zijn aanzoek goed overwogen had en omdat ze dacht met een elegant en rijk man te trouwen , zei ze Ja.
 
En wanneer Blauwbaard wegens werkzaamheden zijn grote kasteel moet verlaten krijgt de jonge bruid de sleutelring van Blauwbaard en mag ze tijdens zijn afwezigheid alle kamers van zijn kasteel bezoeken behalve een. Ze kan aangemoedigd door haar zusters haar nieuwsgierigheid  niet bedwingen. En in de verboden kamer in de kelder vindt ze de lijken van haar voorgangers als zwart geworden beenderen. Gauw smijt ze de deur dicht en trekt de sleutel uit het slot. Maar tot haar ontzetting blijkt het sleuteltje met bloed besmeurd te zijn. En hoe ze ook boent het sleuteltje blijft kleine donkerrode druppeltjes bloed afscheiden. Wanneer bij terugkomst van Blauwbaard het bebloede sleuteltje de bruid verraad  ontsteekt blauwbaard in woede. En raast dat hij ook haar zal vermoorden. De jonge bruid pleit voor haar leven en bedingt bij Blauwbaard nog een kwartier om zich te verzoenen met God. Gauw vlucht ze naar boven op zoek naar haar zusters.  Ze knielt neer om te bidden maar in plaats van te bidden roept ze naar haar zussen. “Zusjes, Zusjes! Zien jullie onze broers al komen?” Om de paar minuten roept ze naar de borstweringen: “Zusjes,zusjes! Zien jullie onze broers al komen?” “We zien een wervelwind, een zandhoos misschien .” Ondertussen brult Blauwbaard dat zijn vrouw naar de kelder moet komen zodat hij haar kan onthoofden. Opnieuw roept ze:” Zusjes, zusjes! Zien jullie onze broers al komen?” En als blauwbaard de trappen op klost om haar te gaan  halen roepen de zusjes uit: “Ja!We zien ze! Ze komen het kasteel binnen rijden” En terwijl Blauwbaard met uitgestrekte handen om haar te grijpen haar kamer binnen gaat, stormen ook haar broers naar binnen. Daar jagen ze Blauwbaard naar buiten de borstwering op werpen hem tegen de grond en doden hem. 
 
Wanneer de jonge bruid haar eerste gevoel negeert en eenmaal onder de macht van Blauwbaard komt moet ze wel de hele weg. En hoe makkelijk het soms ook van de buitenkant lijkt. Het kenmerk van naïviteit is dat je onwetend bent van je naïviteit. Achteraf zijn we allemaal weleens overrompeld geweest door een fascinerend idee of een min of meer imponerende persoonlijkheid die bij wijze van spreke s’nachts door ons raam naar binnen kroop. Ook al dragen ze een bivakmuts, hebben ze een mes tussen hun tanden en een zak geld over hun schouder (en misschien ook nog wel een blauwe baard), we geloven hen toch wanneer ze ons vertellen dat ze bankier zijn. Uiteindelijk verliest de jonge bruid haar naïviteit want ze word nieuwsgierig en gaat op zoek. En in de verboden kamer vind ze de vernietiging van haar belangrijkste dromen, doelen en hoopvolle verwachtingen. En treft ze in de hoeken de levenloze gedachten en gevoelens aan die ooit bevallig en veelbelovend waren. Of die verwachtingen en dromen nu gericht waren op een liefdevolle relatie,een grote prestatie,succes, of het scheppen van een kunstwerk ze zijn nu zonder levensenergie. Overweldigend door wat ze ziet smijt de bruid de deur van de moordkamer weer dicht. Maar het sleuteltje blijft bloeden en hoe ze het sleuteltje ook probeert schoon te maken het blijft haar herinneren aan de dood van de diepste wensen van haar ziel. Blauwbaard woedend om zijn ontmaskering loopt druk rond om alle vluchtwegen af te sluiten. Zijn krankzinnige boodschap is: voor bewustwording zul je sterven. 

Het verhaal van blauwbaard draait om macht en naïviteit. Als je te naïef bent om zien dat iets boosaardig vermomd is als iets goedaardig. Kan je in de analyse van dit sprookje volgens de vertelster Clarissa niet meer veilig rondlopen in je eigen bos. En een van de voornaamste waarheden die de jonge bruid onder ogen moet komen is : dat er zowel binnen als buiten je een kracht is die in strijd is met de instincten van het natuurlijke Zelf, en dat die boosaardige kracht is wat hij is. En hoewel je aanvankelijk misschien medelijden voelt , moet je deze kracht eerst leren herkennen, zodat je je zelf leert beschermen om je zo je eigen creatieve energie weer op te eisen.